Meteen naar de inhoud

Bunkerland!

Albanië telt minstens een half miljoen bunkers. Maar hun aantal slinkt snel. Het symbool van een paranoïde dictatuur is onderhand bedreigd cultureel erfgoed.

  • Door Joost van Egmond

Op de wand van de bunker staan hier en daar officiële tekeningen. Van een oorlogsschip, of van de Russische MI-12 helikopter. Altijd goed om te weten hoe de vijand eruit ziet. In deze bunker kon de Albanese bevolking zijn dapperheid bewijzen in geval van een vijandelijke aanval. En natuurlijk zijn trouw aan de geliefde leider Enver Hohxa, die naar schatting 750.000 bunkers liet bouwen in dit land van 3 miljoen inwoners. Tegen een invasie die nooit kwam.

(alle foto’s: Joost van Egmond)

Tegenwoordig doet deze bunker in Durres dienst als vuilstortplaats. Stukken piepschuim, oude kranten en gebroken tegels versperren de ingang.

Zo zijn er in Albanië talloze. Vuilstortplaats is natuurlijk een nuttige functie, en deze bunker zal dan ook niet snel verdwijnen. Maar elders liggen brokken beton naast een groot gat in de grond. Het staal waarmee deze bunkers gewapend waren is nadrukkelijk afwezig.

Ze zijn als de schoenen die we dragen

Een schroothandelaar rekent vóór wat het waard is. “Een éénmansbunkertje doet al gauw 300 dollar, het staal in een grote is 2000 waard, als je hem goed uit elkaar haalt.” Dat is in Albanië een paar maandsalarissen. Geen wonder dat rond de grote staalsmelter van de stad Elbassan geen bunker meer te vinden is. Bunkerslopen is het nieuwe stropen in Albanië.

Het gaat weinig mensen aan het hart. De meeste Albanezen haten bunkers niet zozeer, ze slaan er simpelweg geen acht op. “Ze zijn als de schoenen die we dragen”, zegt Zhujeta Cima. “Op weg naar een bijzondere bunker pikte ik een lifter op. Toen hij hoorde dat ik naar een bunker wilde vroeg hij ‘waarom? Moet je plassen?’”

Je zou Cima een kopstuk van de ‘bunkerconservatie-beweging’ kunnen noemen. Samen met haar partner Robert Skinner organiseert ze het muziekfestival Bunkerfest. Ieder jaar op een wisselende lokatie, zolang er maar bunkers liggen. “Bunkers zijn een belangrijk deel van onze geschiedenis waar we over na moeten denken”, zegt Cima. “En mensen willen dat niet. Albanezen vechten ieder moment van de dag om het communisme uit te wissen.”

Behalve onverschilligheid komt Cima dan ook heel wat kritiek tegen. Bunkerfest wordt versleten voor nostalgie, voor neo-communisme. Ze moet keer op keer uitleggen dat ze het tegendeel beoogt. “Bunkers zijn het perfecte symbool van wat de communisten van ons wilden maken. Die betonnen kop met niets erin. Geen toegang tot informatie, en vooral niet klagen want de muren hebben oren. Dat deel van onze geschiedenis moeten we niet uitwissen.”

“Er zijn een miljoen manieren om het verleden onder ogen te zien, en één daarvan is om de betekenis van bunkers om te draaien. Om er plezier in te hebben, er iets van te maken dat ons geen pijn doet. Ik heb in die dingen gespeeld. Ik heb er mijn eerste kus gegeven. Ze hebben altijd al meerdere betekenissen gehad. Ze zijn gemaakt voor oorlog, maar ze zijn vooral gebruikt om de liefde te bedrijven.”

Toeristische attractie

Cima is niet alleen in haar fascinatie. Vooral buitenlanders zijn gek op bunkers. De betonnen koppen gelden onderhand als een serieuze toeristische attractie. Her en der worden ze toegankelijk gemaakt, als restaurant, als bezienswaardigheid, of zelfs als hotel. Een Duits project om aan de Albanese kust een ‘bed and bunker’ te beginnen strandde op bezwaren van het ministerie van Defensie, dat de bunkers nog steeds als zijn eigendom claimt. Maar anderen staan in de rij met soortgelijke ideeën.

Reisgids Elton Caushi heeft een zwak voor bunkers, zeker het ‘champignonmodel’, met de karakteristieke bolle koepel. Hij spreekt consequent over ‘slachting’ als een bunker is gesloopt. “Met die twee schietgaten als ogen… Het zijn echt karakters. We zouden er een betere bestemming voor moeten vinden. Ik kan niet wachten tot ik er één kan kopen en als logement inrichten.”

Zes stuks

De architecten Gyler Mydyti en Elian Stefa dromen zelfs van een heel netwerk aan betonnen slaapkamertjes in Albanië waar avontuurlijke toeristen door het hele land heen kunnen bunkerhoppen. Ze willen doelbewust dit ‘symbool van xenofobie’ omkeren tot een plek die gastvrij is voor vreemdelingen.

Ondanks al die interesse lijkt het onvoorstelbare te gebeuren: de bunker wordt langzamerhand bedreigd. Niemand heeft ze ooit in kaart gebracht of zelfs maar geteld, maar de anekdotische aanwijzingen zijn duidelijk. Waar nog maar een paar jaar geleden overal op strategische plaatsen hele linies langs de bergflanken lagen, is het nu zoeken naar de betonnen koppies. De lokatie van het vorige Bunkerfest is nu plots bunkervrij. Aan het populaire strand van Durres is een prominente restaurantbunker afgebroken, al zijn er nog heel wat over.

Vind ze, inventariseer ze en besluit welke behouden moeten worden en welke niet

Het klinkt waanzinnig dat honderdduizenden bunkers in een paar jaar kunnen verdwijnen. Maar niet waanzinniger dan om ze in een paar jaar allemaal te bouwen, en dat is tenslotte ook gebeurd.

Fatos Lubonja, een prominent dissident die jaren in een werkkamp doorbracht, vindt het dan ook tijd om een aantal bunkers tot nationaal erfgoed te verklaren, voor ze allemaal weg zijn. “Vind ze, inventariseer ze en besluit welke behouden moeten worden en welke niet.”

Net als Cima is Lubonja een groot criticus van de haast in Albanië om het traumatische verleden te vergeten. “Het communisme draaide om het verwoesten van het geheugen. Om het bouwen van een nieuwe wereld. We hebben daardoor geen cultuur van geheugen. Nu zie je dat mensen zo graag willen verwestersen dat ze alles neerhalen en vervangen door kitsch.”

“We moeten ons geheugen beschermen en sommige dingen laten zoals ze zijn. Zie de werkelijkheid onder ogen in plaats van hem te ontvluchten.”

Voor dat besef gemeengoed wordt zullen er nog heel wat bunkers sneuvelen. Lubonja verwacht niet dat er snel een conservatiebeweging op zal staan. Cima is er realistisch onder. “Natuurlijk moet niet elke bunker beschermd worden. Als zo’n ding op je land staat en hij staat in de weg… Ga je gang. Niemand heeft tenslotte de eigenaar iets gevraagd toen ze werden geplaatst. Maar we moeten er wel een aantal bewaren. Duizend? Ja, misschien is dat een mooi getal.”


Het hondenhok

Luid blaffend klimt Rody op de karakteristieke champignonkoepel. Het geeft hem een prachtig uitzich over de vallei. Op het westen uiteraard, want dat is waar de Italiaanse invasie vandaan zou komen.

Rody’s eigenaar knikt tevreden. “Hij vindt het geweldig daar.” Als slaapplaats geeft Rody de voorkeur aan een soort tent van staalplaat die zijn huisgenoten aan de voet van de koepel hebben gebouwd. Binnen is het te koud. De oerdikke betonconstructies worden zelden warmer dan een graad of 10. Maar Rody’s houding laat weinig ruimte voor misverstand: Het is zíjn bunker.

Vroeger had de familie een tweede, er pal naast. “Die hebben we weg laten halen. Hij lag midden op het erf. Maaar deze in het hoekje wilde ik houden. Je weet nooit waar zo’n ding nog goed voor is.” En toen kwam Rody.

Dieren zijn landelijk waarschijnlijk de grootste hergebruikers van bunkers. De grotere dienen als schuilplaats voor koeien of geiten in de winter. Ook wordt er vaak veevoer opgeslagen. En heel wat dienen als hondenhok.

De wijnkelder

Verscholen achter de bloeiende mimosa doet de opslagbunker van de familie Kuci lieflijk aan. Het was één van de vele betonnen extra’s die de familie aantrof toen ze het landgoed in 1997 terug kregen van de staat, die het tijdens de socialistische dictatuur had onteigend.

“Toen we hier aankwamen lagen deze bunkers vol dynamiet”, vertelt Lendita Kuci droog. “Dat hebben we zelf naar de dichtsbijzijnde legerbasis moeten brengen.”

Heel wat bunkers hebben de omslag naar de recreatieboerderij van de Kuci’s aan de westkant van Tirana niet gehaald. “Het waren er gewoon te veel. Sommige hebben we laten wegtakelen. Voor anderen groeven we een groot gat ernaast, waar we de bunker in konden duwen.”

Maar één van de opslagbunkers kreeg een tweede leven als wijnkelder. De temperatuur, de lokatie, de duisternis… Hij is perfect, zegt Kuci trots: “Als we hier een wijnkelder zouden bouwen zou hij niet zo goed zijn als deze. Ik houd van mijn bunkers.”

Het restaurant

De verborgen bunker

Aan het strand van de badplaats Durres struikelde je vroeger over de bunkers. Heel wat zijn inmiddels gesneuveld. Het puin kreeg soms een tweede leven in de betonnen pieren die aan het strand de zee insteken.

Maar Durres is ook de thuishaven van het bunkerrestaurant. Vaak kleine snackbars die opereren uit een éénmansbunker. Ze komen en gaan, al naar gelang het seizoen en de vloed van toeristen.

Sommige zijn blijvers. Bunkers hoeven een succesvolle uitbreiding niet in de weg te staan. Aan de noordkant van het strand heeft het voormalige ‘restaurant bunker’ een opwaardering ondergaan. Het heet tegenwoordig ‘het antieke kasteel’, maar de maat van de kasteeltoren verraadt wat het fundament is.

Vroeger was de bunker de keuken, voor gasten die in de open lucht op het strand aten. Nu is die keuken in de toren gebouwd, bovenop de bunker. Zelfs de champignonkoepel zit er nog op. De bunker zelf doet dienst als opslagkelder.

Het monument

Bezorgd loopt Fatos Lubonja om zijn geesteskind heen. “Mensen hebben de neiging er te urineren, dus ik weet niet hoe het nu is.” Eenmaal binnen blijkt de stank mee te vallen. De éénmansbunker in het hart van Tirana biedt een bizar uitzicht. De twee schietgaten geven een prachtige kans voorbijgangers te bespieden, maar ze voelen ver weg. Heel ver.

Fatos Lubonja bij ‘zijn’ bunker in hartje Tirana

Dit is wat Lubonja hoopt dat zoveel mogelijk Tiraners doen. “De bunker is een symbool van onze isolatie, zowel van de buitenwereld als van elkaar. Het is een waarschuwing die we niet moeten vergeten.”

De monumentbunker is zo historisch als het maar wordt. Zorgvuldig uitgegraven en teruggeplaatst op zijn orginele plek, omgeven door floodlights die ook ‘s nachts de bunkerervaring moeten versterken. Binnen zitten de metalen schragen om een geweer op de steunen. Licht verroest, precies zoals een soldaat ze tijdens de periodieke oefeningen had kunnen terugvinden.

Een paar meter verderop staat een rij stutten uit een kopermijn in het gevangenkamp Spac. Hier bracht Lubonja als dissident tien jaar door. Samen met een stuk Berlijnse muur vormen ze het Postblok monument.